We werken harder dan ooit, leven langer dan ooit, en toch voelt het alsof we collectief uitgeput zijn. Onze mentale en fysieke vitaliteit holt achteruit, terwijl we tegelijkertijd geloven dat we ‘vooruitgaan’. Maar wat is die vooruitgang waard, als die ons niet werkelijk vitaler, gelukkiger, wijzer of vrijer maakt?
De trein die nergens heen gaat
We zitten met z’n allen in een trein, vol overtuiging dat we onderweg zijn naar iets beters. De machinist, of het nu wetenschap, economie, religie of politiek is, houdt ons voor dat het volgende station eindelijk de beloofde bestemming is. Maar hoe vaak zijn we daar niet in teleurgesteld, of heeft de volgende belofte de vorige doen vergeten?
De trein rijdt, maar het spoor lijkt een cirkel. We jagen naar meer: meer productiviteit, meer innovatie, meer consumptie. En toch voelen velen zich leeg en uitgeput. Alsof we vergeten zijn dat wat we écht zoeken, innerlijke vrede, verbinding, vitaliteit, niet aan het eind van de rit ligt, maar hier en nu bereikbaar is.
Het goede nieuws:
De trein rijdt zacht genoeg om uit te stappen. Sterker nog: hij komt ooit tot stilstand. Dan pas beseffen we misschien dat we al die tijd in een illusie leefden, dat we niet méér hoefden te verdienen, presteren of bezitten om vrede te vinden.
Blinde vooruitgang vs. bewuste groei
Niet alle vooruitgang is nutteloos. Medische doorbraken, sociale rechtvaardigheid, inzicht in ons eigen bewustzijn, dát is waardevolle vooruitgang. Maar wanneer vooruitgang een doel op zich wordt, een religie van ‘meer, sneller, groter’, dan verliezen we onszelf.
We zijn slaaf geworden van een systeem dat ons doet geloven dat we moeten verdienen wat al van ons is:
- Innerlijke vrede (niet afhankelijk van externe omstandigheden of invloeden).
- Vitaliteit (niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal, emotioneel en spiritueel).
- Verbinding (niet als ruilmiddel, maar als gegeven).
De uitnodiging
Je hoeft niet te wachten tot de trein stopt. Je kunt nu al een pas opzij zetten, uit de waan van de dag stappen, en beseffen:
- Je hoeft niet te rennen om waardevol te zijn.
- Je hoeft niet méér te bezitten om gelukkig te zijn.
- Wat je zoekt, is niet in de toekomst; het is hier.
De trein zal blijven rijden, gedreven door de onvermoeibare motor van 'meer' en 'beter'. Velen blijven zitten - vastgekluisterd aan hun plek door angst, gewoonte of de hoop dat het volgende station eindelijk vervulling brengt. Maar jij kunt nu al opstaan. De deur staat open. De eerste stap is niets meer dan een ademhaling, een moment van stilte tussen de ratelende wielen door.
Wie uitstapt, vindt geen nieuw paradijs, maar herontdekt wat altijd al bestond: de ruimte om te zijn. Niet als radertje in de machine, niet als consument van beloften, maar als menselijke ervaring; compleet, vrij en heel in eenvoud.
De trein verdwijnt in de verte. Wat achterblijft is geen leegte, maar een oneindige mogelijkheid: het besef dat je nooit iets hoefde te worden. Je was er al. En hier, in deze open ruimte, begint pas echte vooruitgang; niet naar een nieuwe externe bestemming, maar de herinnering van je Zelf.